Tijdens de overtocht naar Vlieland moesten we verplicht een mondkapje dragen. Niet echt prettig, maar het is nou eenmaal niet anders in deze tijd. Een groot deel van de tocht ben ik op het dek gaan staan. We voeren langs het onbewoonde vogeleiland Griend. Op het eilandje staat een vogelwachtershuis en een houten baken voor de scheepvaart.
Kort voor aankomst op Vlieland moet de veerboot om de zandplaat de Richel varen. Op de zandplaat staat een wadhut die in de zomer als onderkomen van vogelonderzoekers en wadwachters. Wadwachters informeren mensen hoe ze op de zandplaat kunnen genieten van zeehonden en vogels zonder de dieren te verstoren. Tijdens onze overtocht lagen er geen zeehonden op het zand.
Hierboven het uitzicht op het buureiland Terschelling met de duinen van de westelijke punt van het eiland. Hieronder is op de achtergrond de Brandaris te zien.
Boven en op het water zijn er altijd veel vogels te vinden. Op de foto hieronder een grote stern.
Op de volgende foto een jonge stormmeeuw. De zwarte snavel en de bruine stukken op de vleugels verraden dat de vogel nog niet volwassen is.
Strandpaviljoen Oost ligt, zoals de naam al aangeeft, op het meest oostelijke deel van Vlieland.
De volgende foto toont de aankomst in het haventje van Oost-Vlieland, het enige dorp op het eiland. Vanaf de boot zijn we met onze tassen naar het hotel in de hoofdstraat gelopen.
Daarna hebben we onze huurfietsen opgehaald en zijn we nog even naar het strand geweest.
Een zilvermeeuw was bij het water opzoek naar eten. Er lagen een paar dode krabben tussen het zeewier.
Op de plek waar we onze fietsen hadden gestald stonden enkele planten met paarse bloemetjes. Het is de gewone ossentong, in Nederland een zeldzame plant die alleen in de duinen voorkomt.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten