Dag 2 van ons bezoek aan Antwerpen zijn we gestart met het ontbijt in het hotel. Ondanks de corona-maatregelen stond er een zeer uitgebreid ontbijtbuffet. Alleen voor de warme gerechten, die wie nooit nemen, moest je een aparte bestelling plaatsen. En bij het lopen langs het buffet moest je een mondkapje dragen.
Nadeel van reizen in coronatijd is dat je alles van te voren moet plannen. De dagen waren daardoor al grotendeels vol gepland voordat we naar Antwerpen vertrokken. Voor deze ochtend hadden we een reservering bij het Rubenshuis.
Rubens kocht in 1610 een huis in Antwerpen dat hij vervolgens een aantal keren met eigen ontwerpen liet uitbreiden. Hij woonde en werkte er tot aan zijn dood in 1640. Hij realiseerde er bovendien een belangrijke kunstcollectie met antieke beelden en schilderijen. Het huis en de tuin kun je bezoeken. Je volgt er een vaste route langs de zalen met kunstwerken. Ondanks de coronabeperkingen was het toch nog redelijk druk. In de kleine ruimtes en smalle gangetjes was het soms moeilijk om afstand te bewaren.
Op de foto rechts hierboven hangt boven de haard het Stilleven met dode vogels van Alexander Adriaenssen, een vriend en buurman van Rubens.
Hierboven Helena Fourment. Rubens trouwde met zijn nicht Helena toen ze zestien was, hij was op dat moment 53. Tegenwoordig zouden we nogal wat vraagtekens bij zo'n huwelijk zetten. Ze kregen vijf kinderen waarvan de laatste dochter pas na het overlijden van Rubens werd geboren.
De halfronde koepel is onderdeel van de kunstkamer, de ruimte waar Rubens zijn eigen kunstverzameling bewaarde. In de koepel zijn het vooral beeldhouwwerken. In het midden de buste van 'Seneca', hij bracht dit werk mee toen hij terugkeerde van een verblijf in Italië. Hij dacht dat het de Romeinse filosoof Seneca voorstelde. Later onderzoek wees uit dat het vermoedelijk de Griekse dichter Hesiodos voorstelt.
Hieronder een terracotta beeld van Rubens' leerling Lucas Faydherbe van de Romeinse halfgod Hercules.
Kleinere objecten werden opgeborgen in kunstkasten. Antwerpen was het centrum voor de vervaardiging van deze kasten met vele laatjes en verborgen ruimtes. Deze kast is beschilderd door Victor Wolfvoet die gespecialiseerd was in het kopiëren van Rubens schilderijen op klein formaat.
Hieronder Het Apenfeest van Jan Brueghel. Apen die menselijk gedrag na-apen zijn een metafoor voor alles wat dwaas is.
Op het volgende schilderij Het feest van Sint-Maarten dat oorspronkelijk van een navolger van Maarten van Cleve was. Het schilderij is flink bewerkt door Rubens die het werk wilde verbeteren.
Hierna het Interieur van Antwerpse Jezuïtenkerk van Wilhelm van Ehrenburg. Bijzonder is dat het is geschilderd op marmer.
Het tuinpaviljoen en het portiek dat de verbinding vormt tussen het atelier en het woonhuis zijn de enige originele delen die Rubens zelf ontworpen heeft.
De rest van de gebouwen is zo grondig verbouwd dat er eigenlijk niets meer over is uit de tijd dat Rubens er woonde en werkte. Hieronder de gebouwen rond de binnenplaats.
We hebben even door de tuin gelopen met hierboven uitzicht op het atelier en het portiek.
Daarna volgde er nog een deel van de rondleiding door het museum. Hierbij kwamen we onder andere langs dit zelfportret van Anthony van Dyck
En daarmee kwamen we aan het eind van de route door het museum.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten