De tweede dag van het Terschelling weekend hebben we vrijwel volledig op de fiets doorgebracht. Vlakbij ons hotel begon een fietspad dat helemaal doorliep tot Oosterend. Op het eerste stuk zaten veel schapen en het fietspad en de dijk waren dan ook bedekt met heel veel schapenpoep.
Steenlopers
Steenloper met rosse grutto op achtergrondLangs de zuidkust van het eiland zaten heel veel vogels, onder andere een aantal steltlopers. Ze zijn niet altijd eenvoudig te identificeren omdat ze nogal op elkaar lijken en ze in oktober in een aantal gevallen een ander uiterlijk hebben dan in het broedseizoen. De steenloper is daar een voorbeeld van, in de zomer een bontgekleurde vogel, in de winter vooral bruin met wit. Belangrijk kenmerk dat hem onderscheid van andere steltlopers zijn de oranje poten. De vogels broeden in Scandinavië, Canada en Alaska en zijn de rest van het jaar ook langs de Nederlandse kusten te zien.
Stevig doorstappend steenlopertje
Hieronder nog een paar steenlopers.
Deze grutto's zijn iets kleiner dan de gewone grutto en in hun snavel zit aan het eind een klein knikje omhoog. Op een deel van onze foto's is dit goed te zien. Het uiteinde van de snavel is donker gekleurd, bij de aanhechting aan de kop is de snavel roze. Bij jonge vogels is het roze gedeelte groter.
Ze broeden op de noordelijke toendra en zijn de rest van het jaar zijn ze in een veel groter gebied, waaronder de wadden, te bewonderen. De vogel op bovenstaande foto's is duidelijk een juveniel.
De IUCN heeft een beschermingsstatuslijst ontwikkeld waarop de status kan variëren van niet bedreigd tot uitgestorven. Daartussen zijn 6 andere statussen beschreven. De rosse grutto heeft de status gevoelig, dat is de status die het dichtst bij niet bedreigd zit. De IUCN kijkt wereldwijd en de status zegt dus niet direct iets over de positie van deze vogel in Nederland. Vooral in de Aziatische gebieden verslechteren de omstandigheden van deze vogel, onder andere door vervuiling.
Rosse grutto
Deze grutto's zijn iets kleiner dan de gewone grutto en in hun snavel zit aan het eind een klein knikje omhoog. Op een deel van onze foto's is dit goed te zien. Het uiteinde van de snavel is donker gekleurd, bij de aanhechting aan de kop is de snavel roze. Bij jonge vogels is het roze gedeelte groter.
Ze broeden op de noordelijke toendra en zijn de rest van het jaar zijn ze in een veel groter gebied, waaronder de wadden, te bewonderen. De vogel op bovenstaande foto's is duidelijk een juveniel.
De IUCN heeft een beschermingsstatuslijst ontwikkeld waarop de status kan variëren van niet bedreigd tot uitgestorven. Daartussen zijn 6 andere statussen beschreven. De rosse grutto heeft de status gevoelig, dat is de status die het dichtst bij niet bedreigd zit. De IUCN kijkt wereldwijd en de status zegt dus niet direct iets over de positie van deze vogel in Nederland. Vooral in de Aziatische gebieden verslechteren de omstandigheden van deze vogel, onder andere door vervuiling.
Scholekster
Deze zwart-witte vogel met felgekleurde snavel en poten is makkelijk te herkennen. De aantallen scholeksters in de Waddenzee zijn sinds 1985 met 35% afgenomen. Ook andere kustgebieden waar de vogel veel voorkwam zijn door toedoen van de mens minder of niet meer geschikt als leefgebied voor de scholekster. De vogel staat sinds 2015 op de lijst van bedreigde vogels.
Tijdens de fietstocht was het prachtig weer, in zuidelijke richting weerkaatste het zonlicht mooi in de zee.
Van deze relatief kleine gans hebben we er een heleboel gezien aan de zuidkust van Terschelling. De volledig zwarte kop is een van de kenmerken van de rotgans. Bij ganzen die er een beetje op lijken, de Canadese gans en de brandgans is de kop deels wit. De rotgans broedt op de Siberische toendra, een groot deel van de wereldpopulatie overwintert in het Waddengebied en in Zeeland.
Tijdens de fietstocht was het prachtig weer, in zuidelijke richting weerkaatste het zonlicht mooi in de zee.
Rotgans
Van deze relatief kleine gans hebben we er een heleboel gezien aan de zuidkust van Terschelling. De volledig zwarte kop is een van de kenmerken van de rotgans. Bij ganzen die er een beetje op lijken, de Canadese gans en de brandgans is de kop deels wit. De rotgans broedt op de Siberische toendra, een groot deel van de wereldpopulatie overwintert in het Waddengebied en in Zeeland.
Zilvermeeuw
ZilvermeeuwDe meeuw op de foto hierboven demonstreert een trucje dat we een aantal vogels hier zagen doen. Ze vangen een krab, en moeten die vervolgens kraken. Ze laten de krab van een aantal meters hoogte op het fietspad vallen, daardoor breekt het schild van de krab en kan de meeuw het beest opeten.
Wulp
De wulp is met zijn kromme naar beneden gebogen snavel de grootste steltloper van West-Europa. De afgelopen jaren is het aantal wulpen sterk afgenomen. De vogels die hier broeden overwinteren in het zuiden, de wulpen die Scandinavië en Rusland broeden overwinteren juist weer in Nederland. De wulp is daardoor het hele jaar in Nederland te zien.
De bontbekplevier is in het Waddengebied vooral een doortrekker, ze broeden in Scandinavië, IJsland en Groot-Brittannië. Deze vogel wordt op de internationale lijst niet met uitsterven bedreigd, maar in Nederland zou dat wel kunnen gebeuren omdat er te weinig broedparen zijn.
De volgende foto laat zien dat het een prachtige oktoberdag was voor zo'n fietstochtje.
De bergeend is gemakkelijk te herkennen aan zijn contrastrijke verenpak. Ze komen vooral voor op zanderige modderige kusten zoals hier op Terschelling.
Bontbekplevier
De bontbekplevier is in het Waddengebied vooral een doortrekker, ze broeden in Scandinavië, IJsland en Groot-Brittannië. Deze vogel wordt op de internationale lijst niet met uitsterven bedreigd, maar in Nederland zou dat wel kunnen gebeuren omdat er te weinig broedparen zijn.
De volgende foto laat zien dat het een prachtige oktoberdag was voor zo'n fietstochtje.
Bergeend
De bergeend is gemakkelijk te herkennen aan zijn contrastrijke verenpak. Ze komen vooral voor op zanderige modderige kusten zoals hier op Terschelling.
Bonte strandloper
De bonte strandloper is in Nederland vooral in het voor- en najaar te zien als trekvogel. Tijdens het broedseizoen heeft de vogel een hoekige zwarte buikvlek. In oktober is de vogel van onderen helemaal wit. Van een afstandje lijkt de vogel in dit seizoen op de steenloper, maar de bonte strandloper heeft donkere poten, de steenloper heeft oranje poten.
Tapuit
De tapuit leeft vooral op de grond en broedt tot in het verre noorden. Ze overwinteren ten zuiden van de Sahara en leggen dus enorme afstanden af voor zo'n klein vogeltje. De tapuit is nauwelijks groter dan de huismus.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten